Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoef·na·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoefnagel hoefnagels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoefnagelm

  1. nagel waarmee de hoefsmid de hoefijzers aan de hoeven vastnagelt
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid