hoefbevangenheid
- hoef·be·van·gen·heid
- samenstelling van hoef en bevangenheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoefbevangenheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de hoefbevangenheid v
- (diergeneeskunde) een zeer pijnlijke aandoening aan de hoeven bij paarden, voornamelijk bij de voorbenen, waarbij tussen de verbinding van hoornschoen met het hoefbeen een hoeflederontsteking van de plaatjes ontstaat
- Een te hoog fructaangehalte in het gras is een van de oorzaken van hoefbevangenheid.
1.
- Het woord 'hoefbevangenheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.