hijgerig
- hij·ge·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hijgerig | hijgeriger | hijgerigst |
verbogen | hijgerige | hijgerigere | hijgerigste |
partitief | hijgerigs | hijgerigers | - |
hijgerig [1]
- op een opgewonden manier
- Dol op een terrasje, maar geen zin in zo'n hijgerig De Pijpterras? Pak dan tien minuten de trein naar Weesp. In een kwartiertje zit je op een zonnig terrasje aan de Vecht, voor een pilsje en een bitterbal, mét relaxt uitzicht. En als je dan toch in Weesp bent, haal dan vooral een lekker ijsje bij beroemde ijswinkel Nelis. [2]
- Er barstte in oktober online een beweging los. #MeToo was groot nieuws en nieuws groeit dankzij ophef. Er waren schandalen, mensen werden ontslagen, maar dat was onvoldoende voor de zucht naar spektakel. Kranten, maar vooral talkshows willen meningen. En dus deed iedere columnist en commentator zijn of haar plasje erover, al dan niet aangemoedigd door hijgerige redacties. [3]
- snel ademend door inspanning
- [2] kortademig,
- [1] hijgerigheid
2. kortademig
- Het woord hijgerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hijgerig" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 30 APRIL 2018 Drones en 25 jaar Droog: dit zijn onze weektips
- ↑ Het Parool 31 DECEMBER 2017 'Haal #MeToo uit media-arena'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be