• hier·voor
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     voor  
 persoonlijk     ervoor  
aanwijz.   nabij     hiervoor  
  veraf     daarvoor  
  vragend/betrekk.     waarvoor  

(scheidbaar)
hiervoor

  1. aanwijzend dichtbij: voor+dit
    1. voor dit doel, voor deze reden
      hiervoor krijgt hij gevangenisstraf
    2. voor deze tijd
      Sinds 1813 is Nederland een koninkrijk. 'Hiervoor was het een republiek
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be