hiervoor
- hier·voor
- samenstelling van hier en voor
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | voor | |
persoonlijk | ervoor | |
aanwijz. | nabij | hiervoor |
veraf | daarvoor | |
vragend/betrekk. | waarvoor |
(scheidbaar)
hiervoor
- aanwijzend dichtbij: voor+dit
- voor dit doel, voor deze reden
- hiervoor krijgt hij gevangenisstraf
- voor deze tijd
- Sinds 1813 is Nederland een koninkrijk. 'Hiervoor was het een republiek
- voor dit doel, voor deze reden
2. voor deze tijd
- Het woord hiervoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hiervoor" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be