heusheid
- heus·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heusheid | |
verkleinwoord |
de heusheid v
- het beleefd en hoffelijk zijn
- compliment
- [1] welgemanierdheid, hoofsheid, politesse, welwillendheid, hoffelijkheid, beleefdheid, vriendelijkheid
- Het woord heusheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heusheid" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be