herik
  • he·rik
  • Naast dial. harik, met d-syncope uit hederik.
enkelvoud meervoud
naamwoord herik heriken
verkleinwoord - -

de herikm

  1. (bloemplanten) Sinapis arvensis   een eenjarige plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae  ) met heldergele bloemen, gelobde, eironde bladeren en een stijfbehaarde stengel
23 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[1]
  • [1] herik in het Nederlands Soortenregister N
  • [1] herik op Wikidata  
  • [1] herik op "Wilde planten in Nederland en België"
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be