herik
- he·rik
- Naast dial. harik, met d-syncope uit hederik.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herik | heriken |
verkleinwoord | - | - |
de herik m
- (bloemplanten) Sinapis arvensis een eenjarige plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae ) met heldergele bloemen, gelobde, eironde bladeren en een stijfbehaarde stengel
1. lastige en hinderlijke veldmosterd die meestal op en rond akkers groeit
- Het woord herik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herik" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] herik in het Nederlands Soortenregister N
- [1] herik op Wikidata
- [1] herik op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be