helt
- helt
vervoeging van |
---|
hellen |
helt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hellen
- Jij helt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hellen
- Hij helt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hellen
- Helt!
- Het woord helt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- helt
Naar frequentie | 134 |
---|
helt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | helt | helde |
genitief | helts | helde |
datief | helde | helden |
accusatief | helt | helde |
- heelt, helet
- heilt
Naar frequentie | 132 |
---|
helt
- hier in de betekenis helen
har helt
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hele
helt
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van hele