• he·let

helet

  1. voltooid deelwoord van hele


  • he·let
Naar frequentie 40172
Werkwoord 1 en 2 (zie hele):

helet

  1. verleden tijd van hele
  2. voltooid deelwoord van hele
Werkwoord 3 (zie hele):

helet

  1. verleden tijd van hele
  2. voltooid deelwoord van hele