hekelen
- he·ke·len
- In de betekenis van ‘over de hekel halen’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
- Afgeleid van hekel.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hekelen |
hekelde |
gehekeld |
zwak -d | volledig |
hekelen
- overgankelijk fel bekritiseren, openlijk beschuldigen of veroordelen
- De mensenrechtenorganisaties hekelen de wijze waarop het regime omgaat met de demonstranten.
- overgankelijk (landbouw) vlasvezels van de laatste aanhangsels ontdoen
- Het vlas wordt in knotten gedraaid en in zogenaamde stenen (2,82 kilogram) afgewogen. Alvorens begonnen kan worden met het spinnen van het vlaslint moet het eerst nog worden gehekeld. De topeinden van de bundels vlas worden over de hekel of vlaskam gehaald, zodat ze glad en glanzend worden. [2]
1. bekritiseren, openlijk beschuldigen of veroordelen
2. vlasvezels van de laatste aanhangsels ontdoen
- Het woord hekelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hekelen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "hekelen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Redactie Zeeuwse Ankers. Van vlas tot linnen, in: zeeuwseankers.nl.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be