heidin
- hei·din
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heidin | heidinnen |
verkleinwoord | heidinnetje | heidinnetjes |
de heidin v
- (religie) vrouw die geen christelijke godsdienst aanhangt
- (verouderd) vrouw die tot een niet-Westerse samenleving behoort
- (verouderd) vrouw die tot de Roma behoort
- (verouderd) waarzegster
- [2] inboorlinge, inlandse
- [3] zigeunerin, gitana
- Het woord heidin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heidin" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be