1. Anika Deleria was een Romavrouw.
  • zi·geu·ne·rin
enkelvoud meervoud
naamwoord zigeunerin zigeunerinnen
verkleinwoord zigeunerinnetje zigeunerinnetjes

de zigeunerinv

  1. vrouw die behoort tot de Sinti of Roma
    • Diezelfde zo zeer waardig reagerende Appolonia wordt echter door de dorpsgemeenschap gemeden omdat zij gezien haar zwarte haren en onduidelijke herkomst wel eens een zigeunerin zou kunnen zijn. [1]
  2. vrouw die ervoor kiest een zwervend bestaan te leiden
    • In haar hang naar vervoering bracht zij haar leven grotendeels in voertuigen door, want als een rusteloze zigeunerin hield zij het nergens langer dan enkele weken uit. [2]
  • Dit woord wordt soms als scheldwoord gebruikt; het is daarom duidelijker om in de eerste betekenis "Sinti" of "Roma" (-vrouw) te gebruiken[3]
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]