• zi·geu·ner·vrouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zigeunervrouw zigeunervrouwen
verkleinwoord zigeunervrouwtje zigeunervrouwtjes

de zigeunervrouwv

  1. een vrouw die deel uitmaakt van een zigeunerfamilie
    • De zigeunervrouw leefde in armoede.