havervezel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  havervezel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ha·ver·ve·zel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  haver zn  en  vezel zn 

Zelfstandig naamwoord

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	havervezel	havervezels
verkleinwoord	(havervezeltje)	(havervezeltjes)

1. (voeding) voedingsvezel uit haver die niet door de menselijke ingewanden kan worden afgebroken
   (wikidata: havervezel )

Hyperoniemen

• vezel

Verwante begrippen

• haver

Vertalingen

    met de zaadhuiden vergroeide vruchtwanden en kiemen van haverkorrels   

Bulgaars: овесени влакнини (bg) Deens: havrefibre (da) Duits: Haferfaser (de) Engels: oat fibre (en) Fins: kaurakuitu (fi) Frans: fibre d'avoine (fr) Grieks: εδώδιμες ινες βρώμης (el) Hongaars: zabrost (hu) Italiaans: fibra d'avena (it)

Portugees: fibra de aveia (pt) Romani: fibre de ovăz (ro) Sloveens: zobena vlakna (sl) Slowaaks: ovsená vláknina (sk) Spaans: fibra de avena (es) Zweeds: havrefiber (sv)