harder
- har·der
- zn [1]: in de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1286 [1]
- zn [2]: afgeleid van hard ww met het achtervoegsel -er
- bn: hard bn met de uitgang -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harder | harders |
verkleinwoord | hardertje | hardertjes |
de harder m
- (straalvinnigen) benaming voor zeevissen uit de familie Mugilidae
- (visserij) (Antillen) bepaald soort zeevis, Mugil curema
- We hebben harder gegeten.
- een van de componenten van tweecomponentenlijm
harder
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van hard
harder
- met steeds grotere snelheid
- ▸ Doordat de wind steeds harder begon te waaien, stak ik om de paar minuten mijn hoofd uit mijn tent om te zien of de wolken groter werden of juist niet.[2]
- met een toenemende geluidssterkte
- Zij moest steeds harder praten om boven de herrie uit te komen.
- Het woord harder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "harder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "harder" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be