• han·dels·vaart
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsvaart handelsvaarten
verkleinwoord

dehandelsvaartv/m

  1. (handel) (economie) (scheepvaart) scheepvaart ten behoeve van de handel.
    • De Nederlanders zijn altijd actief geweest in de handelsvaart. 
  2. (aardrijkskunde) een kanaal ten behoeve van de handel.
    • Het Amsterdam - Rijnkanaal is een zeer succesvolle handelsvaart.