hammondorgel
- Geluid: hammondorgel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɛmɔntˌɔrɣəl / (4 lettergrepen)
- ham·mond·or·gel
- eponiem, leenvertaling van Engels Hammond organ, samenstelling van Hammond en "de 20e-eeuwse Amerikaanse uitvinder L. Hammond " en orgel zn "muziekinstrument" , in de betekenis van ‘elektronisch muziekinstrument’ aangetroffen vanaf 1937 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hammondorgel | hammondorgels |
verkleinwoord |
het hammondorgel o
- (muziekinstrument) een elektrisch (niet een elektronisch!) orgel
- We kwamen in een bogenkelder waar een man achter een hammondorgel en een rondborstige zangeres evergreens zongen die zwommen in de echo's. Op de dansvloer zwierde een West-Duits stel op leeftijd, terwijl hun reisgenoten luidruchtig Dresden becommentarieerden.[3]
- Het is een beklemmende scène die De Jong met jazzband Bruut! oproept. Het optreden, dat het midden houdt tussen performance en jazz, heet eenvoudigweg Wilfried de Jong & Bruut!. Het feloranje kostuum van De Jong contrasteert met het zwart van de jazzmannen. De band bestaat uit sax, hammondorgel, drums en bas. Ze spelen swingend, boppend en heerlijk freewheelend, veel meer dan begeleiding alleen. Jazzliefhebber De Jong neemt de bandleden en het publiek mee op een muzikale reis.[4]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord hammondorgel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ hammondorgel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Bok, Pauline deDe Jaagster 2014 ISBN 978-90-254-4091-6 pagina 224
- ↑ NRC Kester Freriks 6 oktober 2016