verkorting van grootmoeder; de moeder van je vader of moeder
Kippenvel van verrukking kreeg de negenjarige Sjón als zijn grootmoe het verhaal van de bontforel vertelde. ‘Die ziet eruit als een doodgewone forel, maar o wee als je hem vangt en opeet, want hij maakt mannen zwanger. En dat is levensgevaarlijk, omdat die niet gemaakt zijn om te baren. Er is maar één redding: het scrotum opensnijden met een mes en door die opening de boreling naar buiten trekken.’ [1]
Altijd blij als er in de marge van onze socialemediaverslaving weer zo’n acroniem opduikt dat in een paar letters het existentiële lijden samenvat. U kent ze wel, de yolo’s en fomo’s van deze wereld. Woorden die even precultureel klinken als iets waarmee een peuter naar grootmoe, grootva of potje zou wijzen, maar bon. [2]