Nederlands

 
grootmama met kleinzoon
Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·ma·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grootmama grootmama's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grootmamav

  1. de moeder van één van je ouders
    • De bewindsvrouw zei vrijdag na het kabinetsberaad dat gastouderopvang mogelijk moet blijven. Eerder deze week werd bekend dat ze de subsidie voor de opvang door grootmama en grootpapa wilde afschaffen. Coalitiepartij ChristenUnie is fel tegen dit voorstel. De partij vindt dat deze goedkope vorm van opvang in een grote behoefte voorziet en vindt bovendien dat de overheid niet moet uitmaken waar ouders hun kinderen laten opvangen. De keuzevrijheid moet overeind blijven, aldus Dijksma vrijdagavond. [1] 
    • De grootouders van Maurits, prinses Juliana (89) en prins Bernhard (86), waren nog van de partij. Een ontroerend momentje was het toen prins Willem-Alexander zijn grootmama feliciteerde. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 15 nov. 2012 Dijksma: binnen week oplossing gastouderopvang
  2. Het Parool 28 mei 2008 Tien jaar Oranjegeluk
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be