grofvuil

Nederlands

grofvuil op de straat

grofvuil op straat tijdens Luilak

Uitspraak

• Geluid:  grofvuil    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• grof·vuil

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  grof  en  vuil 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grofvuil
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het grofvuil o

1. afval dat zo groot van omvang is dat het niet meer in de afval container past vaak gaat het om bijvoorbeeld afgedankte meubels

   • - Tweedehands spullen wekken mijn mededogen en hebzucht. Ik kan geen stapel grofvuil voorbijfietsen zonder af te stappen in de hoop dat er iets van mijn gading bij is. Vanwege mijn opgeruimde inloopkast had ik dit jaar een nieuwe regel ingesteld: 'Iets erin? Iets eruit.'  
   • - Bij afvalverwerkingsbedrijf Van Gansewinkel in Rotterdam heeft zondagavond een grote brand gewoed. Die was ontstaan in een berg afval van 40 bij 20 meter, overwegend huisraad dat eerder als grofvuil is opgehaald. Dat meldt de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Hoe de brand bij het bedrijf op Heijplaat is ontstaan, is nog niet bekend. Het is de derde keer een jaar tijd dat brand uitbreekt bij Van Gansewinkel. Eerder gebeurde dat in juli 2016 en in april dit jaar. Volgens de veiligheidsregio is er geen verband tussen de drie branden. Die vermoedt dat het warme weer een rol heeft gespeeld.  

Hyperoniemen

• afval, huisafval, rommel, voddengoed, vuilnis, overschot

Vertalingen

    1. afval dat zo groot van omvang is dat het niet meer in de afval container past vaak gaat het om bijvoorbeeld afgedankte meubels   

Engels: rubbish (en)

Gangbaarheid

• Het woord grofvuil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grofvuil" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.