• groeps·werk·plan
enkelvoud meervoud
naamwoord groepswerkplan groepswerkplannen
verkleinwoord - -

het groepswerkplano

  1. (onderwijs) (Vlaanderen, buitengewoon onderwijs) beschrijving van doelstellingen, onderwerpen en werkvormen voor het onderwijs aan een groep leerlingen, met de overwegingen daarbij en de praktische uitwerking daarvan (als onderdeel van het handelingsplan van de school)
    • Het is van het allergrootste belang dat men bij het opstellen van een groepswerkplan uitgaat van de beginsituatie van leerlingen en dat men oog heeft voor de verschillen tussen kinderen. [2]
  2. (onderwijs) (Nederland, basisonderwijs) beschrijving van de verdeling van leerstappen uit een vak over de opeenvolgende groepen die het beste is voor het leerproces
    • Sinds het gebruik van het "groepswerkplan" voor begrijpend lezen, geletterdheid en gecijferdheid, en rekenen en spelling, stemmen leraren structureel het aanbod, de instructie, de opdrachten en de onderwijstijd af op de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen. [3]
  3. beschrijving van de bewust gekozen activiteiten die met een geheel van mensen wordt ondernomen zodat zij zich goed ontwikkelen
    • Duidelijke afspraken en een goede structuur zijn noodzakelijk in het belang van de veiligheid van alle kinderen; specifieke afspraken voor de TSO-locatie worden vastgelegd in een schoolspecifiek groepswerkplan; [4]