groenig
- Geluid: groenig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrunəx / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχru.nəχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣru.nəx/
- (Limburg): /ˈɣru.nɪx/
- groe·nig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | groenig | groeniger | groenigst |
verbogen | groenige | groenigere | groenigste |
partitief | groenigs | groenigers | - |
groenig
- een beetje groen
- Na zijn val had zijn gezicht iets groenigs.
- op groen lijkend
- Dit blauw is bijna groenig.
- ▸ Het water dat ik in Zuid-Californië tegenkwam was niet altijd even geweldig, het was vaak stilstaand en groenig van kleur.[1]
- Het woord groenig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "groenig" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be