grijsbuikeekhoorn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grijsbuikeekhoorn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrɛizbœykˌekhorə / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- grijs·buik·eek·hoorn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grijsbuik zn en eekhoorn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijsbuikeekhoorn | grijsbuikeekhoorns |
verkleinwoord | grijsbuikeekhoorntje | grijsbuikeekhoorntjes |
Zelfstandig naamwoord
de grijsbuikeekhoorn m
- (knaagdieren) Callosciurus caniceps knaagdier uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Gray in 1842. De soort komt voor in China, Thailand, Myanmar en Maleisië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'grijsbuikeekhoorn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.