grijsbuik
- grijs·buik
- samenstelling van grijs en buik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijsbuik | grijsbuiken |
verkleinwoord | grijsbuikje | grijsbuikjes |
de grijsbuik m
- dier met een grijze buik
|
- Het woord 'grijsbuik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.