grijsbuikwipstaart

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  grijsbuikwipstaart    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• grijs·buik·wip·staart

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  grijs bn,   buik zn  en  wipstaart zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grijsbuikwipstaart	grijsbuikwipstaarten
verkleinwoord	grijsbuikwipstaartje	grijsbuikwipstaartjes

Zelfstandig naamwoord

de grijsbuikwipstaart m

1. (zangvogels) Cinclodes patagonicus  een vogel uit de familie ovenvogels (Furnariidae). Het verenkleed van deze vogel is grijsbruin, met zijdeling van de kop 2 witte strepen. Zijn roep is een scherp 'tjit'. De lichaamslengte bedraagt 21 cm. Zijn voedsel bestaat uit kleine aquatische dieren, die hij vangt langs rivieren en beken

Hyperoniemen

• ovenvogels, schreeuwvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'grijsbuikwipstaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.