Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Grebbe


 
1. Een grebbe vanaf De Meije in de polder bij Lagebroek.
  • greb·be
enkelvoud meervoud
naamwoord grebbe grebben
verkleinwoord - -

de grebbev / m

  1. (waterbeheer) gegraven lange smalle verdieping langs een stuk land, om water af te voeren of als afgrenzing
    • Verbrijzelt, decimeert, verkracht,
      Werpt bommen uit den duisteren nacht,
      Duikt, torpedeert, scheurt, spietst en slacht,
      Laat weg en weide, grebbe' en gracht
      Van wond- en lijklucht stinken; (…)
       [2]
    • Zij zag toen, dat ze in een hoog, ruim mastenbosch zat, aan den rand van een opgedroogde grebbe, die het in slingeringen doorsneed. [3]
51 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[4]


grebbe

  1. greppel
  2. goot