grebbe
Niet te verwarren met: Grebbe |
- greb·be
- van Middelnederlands grebbe, cognaat met graven [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grebbe | grebben |
verkleinwoord | - | - |
- (waterbeheer) gegraven lange smalle verdieping langs een stuk land, om water af te voeren of als afgrenzing
- ⧖ Verbrijzelt, decimeert, verkracht,
Werpt bommen uit den duisteren nacht,
Duikt, torpedeert, scheurt, spietst en slacht,
Laat weg en weide, grebbe' en gracht
Van wond- en lijklucht stinken; (…) [2] - ⧖ Zij zag toen, dat ze in een hoog, ruim mastenbosch zat, aan den rand van een opgedroogde grebbe, die het in slingeringen doorsneed. [3]
- ⧖ Verbrijzelt, decimeert, verkracht,
- Het woord grebbe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grebbe" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ grebbe op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Charivarius"De bloedgebeden" (1914-1918) in:Kammelar, R. e.a. (red.)Het monster van de oorlog. (2004) Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam; ISBN 90 388 0020 7; p. 185; geraadpleegd 2019-10-18
- ↑ Scharten-Antink, M.Catherine. 2e druk (1907) Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam p. 134; geraadpleegd 2019-10-18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- van Oudnederlands gribba, dat teruggaat op Proto-Germaans *grabjō [1][2]
grebbe