grafisch
- gra·fisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grafisch | grafischer | |
verbogen | grafische | grafischere | |
partitief | grafisch | grafischers | - |
grafisch
- betrekking hebbend op boekdruk- en prentkunst
- schriftelijk, in tekening
- biografisch, echografisch, etnografisch, fonografisch, fotografisch, geografisch, hydrografisch, lithografisch, logografisch, paleografisch, stereografisch, telegrafisch, videografisch
1.
- Het woord grafisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grafisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be