[1] golf met golftoppen
  • golf·top
enkelvoud meervoud
naamwoord golftop golftoppen
verkleinwoord golftopje golftopjes

de golftopm

  1. hoogste punt van een golf
     Zijn woorden “ready for hoist” komen maar net boven de huilende wind uit. We varen aan de wind. De boot stampt wild op en neer. Elke keer als de romp van een golftop afklettert of als er een zeil wordt getrimd klinken er apocalyptische geluiden door het binnenste van de 65 voet lange carbon romp.[2]
  2. (sport) groep van de beste golfspelers
     Woods sloot 2017 af als nummer 656 van de wereld. Hij keerde vorig jaar fit en scherp terug op de PGA Tour en onderstreepte op de Masters zijn terugkeer aan de golftop. De zege van Woods leverde hem zelfs felicitaties op van president Donald Trump en diens voorganger Barack Obama.[3]
  3. bijeenkomst op het hoogste niveau van leiders van de Golfstaten
     Qatar krijgt uitnodiging Golftop van Saudi’s: De emir van Qatar, sjeik Tamim bin Hamad al-Thani, heeft een schriftelijke uitnodiging ontvangen van de Saudische koning Salman om de jaarlijkse top van Golfstaten bij te wonen. Deze wordt op 9 december gehouden in de Saudische hoofdstad Riyad. Dat meldde het Qatarese persbureau.[4]
67 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Zeeziekte treft enkele leden Team Brunel” (16 okt. 2014), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “Tiger Woods terug in top-10 na heroïsche zege” (15-04-2019), Tubantia
  4.   Weblink bron “Qatar krijgt uitnodiging Golftop van Saudi’s” (04-12-2018), Reformatorisch Dagblad
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be