• glas·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord glaswerk -
verkleinwoord glaswerkje glaswerkjes

het glaswerko

  1. (scheikunde) van glas vervaardigde vaten en toestellen zoals deze in een laboratorium veel gebruikt worden
    • Veel glaswerk is van pyrex vervaardigd omdat dat beter tegen snelle temperatuursveranderingen bestand is. 
  2. werkstukken gemaakt van glas
     Ik zou hem beschrijven als omvangrijk en uitbundig, met expansieve gebaren die een gevaar vormen voor het glaswerk, en een dik hoofd dat speciaal is gemaakt om ruimte te bieden aan zijn brede lach.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 30
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be