gladiator
- gla·di·a·tor
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zwaardvechter’ voor het eerst aangetroffen in 1781 [1]
- afgeleid van het Latijnse gladius (zwaard) met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gladiator | gladiatoren gladiators |
verkleinwoord | gladiatortje | gladiatortjes |
- (beroep) zwaardvechter bij de oude Romeinen (die een gevecht leverde als volksvermaak in een amfitheater)
- Het woord gladiator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gladiator" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gladiator" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gladiator op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be