ginicoëfficiënt
- Geluid: ginicoëfficiënt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣinikoˌɛfiˌʃɛnt / (6 lettergrepen)
- gi·ni·coëf·fi·ciënt, gi·ni·co·ef·fi·ci·ent
- eponiem, samenstelling van Gini en en coëfficiënt zn , naar de bedenker, de 20e-eeuwse Italiaanse statisticus C. Gini
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ginicoëfficiënt | ginicoëfficiënten |
verkleinwoord | - | - |
de ginicoëfficiënt m
- (economie) weergave van de ongelijkheid in een verdeling (van inkomens of vermogens) als een getal tussen 0 en 1
De waarde 0 hoort bij een volledig gelijke verdeling over iedereen, de waarde 1 hoort bij de situatie waarin één iemand alles heeft en de anderen niets.- ▸ Voor het eerst zal het CPB kijken hoe de de inkomensverdeling zich op de lange termijn ontwikkelt, met de zogeheten ginicoëfficiënt.[1]
- Gini-coëfficiënt (variant in de officiële spelling tot 2006)
- Het woord 'ginicoëfficiënt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Philip de Witt Wijnen“‘Je kunt de verkiezingen niet winnen met een CPB-doorrekening. Wel verliezen’” (23 januari 2017) op nrc.nl