gewone zaagvis
- (IPA in voorbereiding)
- ge·wo·ne zaag·vis
- verbinding van gewone en zaagvis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewone zaagvis | gewone zaagvissen |
verkleinwoord | gewoon zaagvisje | gewone zaagvisjes |
de gewone zaagvis m
- (kraakbeenvissen) Pristis pristis een zaagvis uit de familie Pristidae . De soort komt voor in de zeegebieden, maar ook brakke en zoete wateren van het continentaal plat in de Atlantische Oceaan, van Portugal tot in de Afrikaanse wateren en het zuiden van Angola en mogelijk tot Namibië. Verder strekt het verspreidingsgebied zich uit over de Grote Oceaan van de noordwestkust van Australië tot Ecuador en Californië. Er zijn ook vangsten gedaan in zoete wateren in Mali en Senegal in de Falemerivier en misschien ook in de Gambiarivier en in de Amazone tot wel 750 km landinwaarts
- zaagvissen, roggen, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'gewone zaagvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.