gestrafte
- ge·straf·te
- Naamwoord van handeling van straffen met het voorvoegsel ge- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gestrafte | gestraften |
verkleinwoord | - | - |
- iemand die een straf moet ondergaan of heeft ondergaan
- Levenslang gestrafte binnen maand met verlof: De levenslang gestrafte moordenaar Loi Wah C. kan op korte termijn met onbegeleid verlof. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) moet hem dat verlenen, besliste de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Het verlof moet binnen een maand plaatsvinden. [2]
- "(…) Bij die herbeoordeling moet bij voorkeur een rechter bekijken of met voortzetting van de gevangenisstraf redelijkerwijs nog wel een strafrechtelijk doel kan worden gediend." Dit recht op een herbeoordeling betekent dus niet dat een levenslang gestrafte ook zal vrijkomen, staat in het advies. [3]
- Het woord gestrafte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gestrafte" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ gestrafte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia C. Klomp 17 augustus 2017 Levenslang gestrafte binnen maand met verlof
- ↑ Tubantia 5 september 2017 'Levenslange straf schendt mensenrechten niet'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be