enkelvoud meervoud
criminal criminals

criminal

  1. (misdaad) misdadiger, crimineel
    «Criminals belong in jail.»
    Misdadigers horen in het gevang.
stellend vergrotend overtreffend
criminal more criminal most criminal

criminal

  1. (misdaad) misdadig, crimineel
    «There needs to be an investigation in possible criminal behavior in the financial world.»
    Er moet een onderzoek komen naar mogelijk misdadig gedrag in de financiële wereld.