geslachtsidentiteitsstoornis

  • ge·slachts·iden·ti·teits·stoor·nis
enkelvoud meervoud
naamwoord geslachtsidentiteitsstoornis geslachtsidentiteitsstoornissen
verkleinwoord - -

de geslachtsidentiteitsstoornisv

  1. (medisch) (psychologie) stoornis waarbij iemand zich ongemakkelijk voelt bij de geldende normen voor zijn of haar sekse en zich aanhoudend identificeert met het andere geslacht