geschutskoepel van een ingegraven tank
  • ge·schuts·koe·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord geschutskoepel geschutskoepels
verkleinwoord

de geschutskoepelm

  1. (militair) een koepel met meestal een vast machinegeweer of kanon, die het geschut en de schutter beschermt tegen de omgeving (vooral bij vliegtuigen) en/of projectielen (gepantserde schepen, voertuigen) en er tegelijkertijd voor zorgt dat het wapen gericht kan worden
     Een hoofd met koptelefoon stak boven de geschutskoepel uit.[1]
     Loegansk. Haar huis is kapotgeschoten. In de tuin bij de buren staat een tank van het Oekraïense leger, uitgebrand. De geschutskoepel ligt ernaast, als een deksel eraf geblazen.[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Oost-Oekraïners gevangen tussen strijdende partijen” (28-12-2014), NOS