• ge·ra
  • ge·ra

gera

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (eenheid) gewichtsmaat, omstreeks zes tiende gram; een gera is het twintigste deel van een sjekel (5×: Ex. 30:13, Lev. 27:25, Num. 3:47 +, Ez. 45:12)


gera

  1. (politiek) (militair) oorlog


  • IPA: /ˈdʒeːra/
  • Afkomstig van het Oudnoorse gera

gera

  1. doen
  2. brouwen


  • IPA: /ˈcɛːra/
  • Afkomstig van het Oudnoorse gera
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
gera gerði gerðum gert
volledig

gera

  1. doen