gepantserd
- Geluid: gepantserd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈpɑn(t)sərt / (3 lettergrepen)
- ge·pant·serd
- bn: pseudodeelwoord afgeleid van pantser zn met het omvoegsel ge- -d [1]
- ww: vervoeging van pantseren: de stam met omvoegsel ge- -d
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gepantserd | gepantserder | gepantserdst |
verbogen | gepantserde | gepantserdere | gepantserdste |
partitief | gepantserds | gepantserders | - |
gepantserd
- met een pantser beschermd
- De misdadiger moest met een gepantserde auto naar de rechtbank gebracht worden, omdat men bang was voor een liquidatie.
vervoeging van: | pantseren… |
verbogen vorm: | gepantserde |
gepantserd
- voltooid deelwoord van pantseren
- Het woord gepantserd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gepantserd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be