geoord
- ge·oord
- ww: vervoeging van oren: de stam met omvoegsel ge- -d , herkomst: Jiddisch [1]
- bn: van Middelnederlands georet, pseudodeelwoord afgeleid van oor zn met het omvoegsel ge- -d [2]
vervoeging van: | oren… |
verbogen vorm: | geoorde |
geoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | geoord |
verbogen | geoorde |
partitief | geoords |
geoord
- voorzien van oren
- (heraldiek) met afwijkend gekleurde oren
- Het woord geoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geoord" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be