• gen·the·ra·pie
  • In de betekenis van ‘behandeling door het inbrengen van genetisch materiaal’ voor het eerst aangetroffen in 1985 [1]
  • samenstelling van  gen  en  therapie 
enkelvoud meervoud
naamwoord gentherapie gentherapieën
verkleinwoord - -

de gentherapiev

  1. (medisch) het inbrengen van genetisch materiaal in (menselijke) cellen in het kader van een geneeskundige behandeling
    • Gentherapie is momenteel volop in ontwikkeling en de eerste toepassingen voor mensen komen waarschijnlijk in de komende jaren beschikbaar.