genenpool
- ge·nen·pool
- samenstelling van gen zn en pool zn met het invoegsel -en- , leenvertaling van Engels gene pool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genenpool | genenpools |
verkleinwoord |
de genenpool m
- (biologie) alle erfelijke variatie die bestaat in een groep van individuen van één soort
- ▸ Geneticus Ed Gubbels wil haar geruststellen. Hij is secretaris van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit. "De rasvereniging en de Raad zullen roepen: zie je wel, wilde fok, wij met onze strenge regels fokken ze beter. Dat is natuurlijk onzin. Deze twee hondjes zijn een steekproef uit de genenpool van het ras. Kennelijk is die zo verrot dat je zeven op zeven mismaakte, gehandicapte pups krijgt."[1]
- ▸ Dit alles wil niet zeggen dat hetzelfde dieet ook hier zal leiden tot een betere gezondheid. IJslanders hebben namelijk een unieke genenpool en er is weinig vervuiling op het eiland.[2]
- genenpoel (uitspraakvariant)
1. alle erfelijke variatie die bestaat in een groep van individuen van één soort
- Het woord genenpool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "genenpool" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Jeroen Siebelink“Rashonden? Wrakken op pootjes!” (02-06-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Aiko van Hooijdonk“Deze voeding maakt IJslanders zo ultragezond” (20-05-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be