de schildpad als voorbeeld van gemakzucht
  • ge·mak·zucht
enkelvoud meervoud
naamwoord gemakzucht
verkleinwoord

de gemakzuchtv / m

  1. begeerte naar gemak, afkeer van moeite en inspanning
    • Khoukhi, die begon in een callcenter van American Express, klaagt over gebrekkige motivatie onder Marokkaanse Nederlanders. „Als je werkloos bent, moet je niet zeuren maar actie ondernemen.” Hij vertelt over kennissen die een Wajong-uitkering hebben, omdat ze vanwege psychische problemen niet zouden kunnen werken. „Ik ken behoorlijk wat Marokkaanse Nederlandse jongeren die zo’n uitkering volgens mij op onterechte gronden hebben gekregen. Daarmee moedig je gemakzucht aan.” [2] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Gerbert van der Aa 20 december 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be