geluidsinstallatie

Nederlands

 
geluidsinstallatie
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luids·in·stal·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geluidsinstallatie geluidsinstallaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geluidsinstallatiev

  1. (elektronica) installatie voor het weergeven van muziek
    • Vier respondenten geven aan dat er gedeald wordt. Volgens een van hen ook aan jongeren tussen de 13 en 16 jaar. Twee respondenten ergeren zich vooral aan het fluiten naar voorbijlopende vrouwen. Ook de herrie uit de geluidsinstallaties van geparkeerde auto's en het lawaai van brommertjes, die ook nog eens veel te hard rijden, worden als probleem genoemd. Deze geluidsoverlast wordt overigens niet alleen veroorzaakt door de rondhangende groepjes, maar ook door andere buurtbewoners. [2] 
    • Klaas Haijtema kreeg drie maanden cel in Myanmar omdat hij tijdens een boeddhistische ceremonie de stekker uit de geluidsinstallatie trok. Zijn vriendin, Nathalie Stoop, vertelde in november voor het eerst hun verhaal. [3] 
  2. (kunst) een installatie, waarbij naast beeld tevens geluid gebruikt wordt als expressiemiddel
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Rothfusz, Jacqueline Potensia 2016 pagina 24
  3. Volkskrant Kaya Bouma 4 november 2016