• ge·luid·dra·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord geluiddrager geluiddragers
verkleinwoord geluiddragertje geluiddragertjes

de geluiddragerm

  1. medium waarop muziek of geluid kan worden vastgelegd en afgespeeld
     In 2008 bleek nog slechts 1% van de Nederlanders cassettebandjes te gebruiken. Door vooral het gebruik van mp3 en spotifiy op smartphones wordt deze geluiddrager door velen als overbodig gezien.[1]
  1.   Weblink bron
    Richard Otto
    “Het audio cassettebandje bestaat 50 jaar” (3 september 2013), Adformatie