Nederlands

 
wasrol
Uitspraak
Woordafbreking
  • was·rol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wasrol wasrollen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wasrolv / m

  1. cilinder met een bekleding van was waarop men geluidstrillingen kan vastleggen
     Otto von Bismarck: zijn knevel en indringende blik doen een andere stemgeluid vermoeden, maar volgens historici is het hese, wat geëxhalteerde gepiep op een oude Amerikaanse wasrol toch echt de Duitse kanselier. En nog gekker: Von Bismarck reciteert door alle geruis en gekraak heen onder meer een strofe uit het Franse volkslied, La Marseillaise.[2]
     Een naald maakte groeven op de wasrol en op zo'n wasrol zat een naad. Steeds als die naald over de naad heen ging, hoor je die tik. Dat kun je digitaal misschien wel verbeteren, maar dan bewerk je zo'n opname. Het is de vraag of je dat wil.[3]

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Martijn van Calmthout
    “Von Bismarck piept La Marseillaise op oude wasrol” (01-02-2012), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Marlies van Leeuwen
    “Alkmaars archief vindt ‘oudste Nederlandse geluidsopname’, luister maar” (04-05-2020), Tubantia
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be