gelijkwaardig
- ge·lijk·waar·dig
- samenstelling van gelijk en waardig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gelijkwaardig | gelijkwaardiger | gelijkwaardigst |
verbogen | gelijkwaardige | gelijkwaardigere | gelijkwaardigste |
partitief | gelijkwaardigs | gelijkwaardigers | - |
gelijkwaardig
- van hetzelfde belang zijn, dezelfde waarde hebben
- Gelijkwaardige mensen dienen voor een gelijkwaardige prestatie een gelijkwaardige beloning te krijgen.
- Het woord gelijkwaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelijkwaardig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be