gelijkspel
- Geluid: gelijkspel (hulp, bestand)
- IPA: /ɣəlɛikˈspɛl/
- ge·lijk·spel
- samenstelling van gelijk en spel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelijkspel | gelijke spelen gelijkspelen gelijkspellen |
verkleinwoord | gelijkspelletje | gelijkspelletjes |
het gelijkspel o
- spel dat eindigt zonder winnaar
- De eindstand 0 - 0 is een veelvoorkomend gelijkspel bij het voetbalspel, in 90 minuten geen enkel doelpunt.
In aanwijzingen voor verzorgd taalgebruik als VRT-taalnet en Van Dale Online bestaat een voorkeur voor de meervoudsvorm gelijke spellen. De uitgave 2015 van de Woordenlijst Nederlandse Taal, het "Groene Boekje" geeft zowel gelijkspelen als gelijkspellen als mogelijkheden.
- Het woord gelijkspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelijkspel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be