• geld·soort
enkelvoud meervoud
naamwoord geldsoort geldsoorten
verkleinwoord

de geldsoortv / m

  1. het wettig betaalmiddel van een land
    • De landelijke geldsoort is de Macedonische denar. 100 denari is circa 1,60 euro. Geld wisselen kan bij banken, en er zijn ook pinautomaten. Het prijsniveau is laag. Dineren kunt u al voor 10 euro pp. Het water uit de kraan is drinkbaar. [2] 
    • De stabiliteit van de euro wordt volgens hem onderuitgehaald „door regeringen van enkele Europese siëstalanden. Onze politici hebben ons indertijd ongevraagd een eenheidsmunt door de strot geduwd. Deze euro zou ons onmetelijke zegeningen brengen, maar blijkt nu een hoogst gammele geldsoort te zijn met aanzienlijk minder stabiliteit dan onze oude en degelijk guldens, marken en franken.” [3] 
98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]