• ge·dwon·gen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gedwongen gedwongener gedwongenst
verbogen - - gedwongenste
partitief gedwongens gedwongeners -

gedwongen [1]

  1. gemaakt, gekunsteld
  2. van iets waar men geen zin in heeft maar wat men wel moet doen onder druk van anderen
     Babette van Veen maakt een half jaar na haar gedwongen vertrek in Goede Tijden, Slechte Tijden alweer haar rentree in de langlopende RTL 4-soapserie. Haar personage Linda Dekker is vanaf volgende week weer te zien, zo maakte de actrice zondag bekend in RTL Boulevard.[2]
vervoeging van: dwingen…
geen verbogen vorm

gedwongen

  1. voltooid deelwoord van dwingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Weggestuurde' Babette van Veen keert alweer terug in GTST” (26 juni 2022), NU.nl