Nederlands

 
gedecolleteerd
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·de·col·le·teerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gedecolleteerd gedecolleteerder gedecolleteerdst
verbogen gedecolleteerde gedecolleteerdere gedecolleteerdste
partitief gedecolleteerds gedecolleteerders -

Bijvoeglijk naamwoord

gedecolleteerd [1]

  1. (kleding) met een laag uitgesneden halslijn bij vrouwenkleding, zodat de boezem van de vrouw deels zichtbaar is
     Anna was niet in het lila, zoals Kitty zo beslist gewild had; zij droeg een laag gedecolleteerde, zwartfluwelen japon, die haar ronde, ivoorkleurige schouders en buste en haar mooi gevormde armen met de fijne, smalle polsen vrij liet.[2]
     Een vrouw die mee wilde tellen aan het hof had een grote klerenkast nodig, zo blijkt uit de Haagse tentoonstelling. Op uitnodigingen konden vijf verschillende kledingaanduidingen staan: toilette de promenade (wandelkostuum), toilette de visite (met hoed en handschoenen), toilette montante (hoog gesloten), toilette demi-montante (halfhoog gesloten) en toilette decolleté (gedecolleteerd). Een beetje bemiddelde vrouw kon het niet maken meerdere keren in hetzelfde toilet op hoffeesten te verschijnen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Anna Karenina”   (1877), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028276062
  3.   Weblink bron
    W. G. Hulsman
    “Sleep van koningin Emma als paardenrug” (21 september 2007), Reformatorisch Dagblad