gebouwd
- Geluid: gebouwd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈbɑut / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈbʌʊt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈbʌʊt/
- ge·bouwd
vervoeging van: | bouwen… |
verbogen vorm: | gebouwde |
gebouwd
- voltooid deelwoord van bouwen
stellend | |
---|---|
onverbogen | gebouwd |
verbogen | gebouwde |
partitief | gebouwds |
gebouwd
- in het bezit van de genoemde lichaamsbouw
- met de aangegeven manier constructie
- Het woord gebouwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebouwd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be